Jos van Rey kwam eind 2011 in het nieuws door
krantenberichten dat hij, als VVD-wethouder verantwoordelijk voor grondpolitiek in
Roermond, meebesliste over kwesties die de belangen van een bevriende
projectontwikkelaar Piet van Pol raakten. Een commissie, bestaande uit Winnie
Sorgdrager en Paul Frissen, mocht onderzoeken of dit waar was. Ze schreven een
typisch juristenrapport: honderden mitsen en maren, maar wie goed las, wist dat
er sprake was van belangenverstrengeling verbonden met de vriendschap tussen
Van Rey en Van Pol. Dat rapport (als je de mitsen en de maren eruit zou halen)
zou voldoende moeten zijn geweest om Van Rey voor het gerecht te dagen. Maar
niet iedereen was kennelijk in staat dit rapport goed te lezen, zoals
bijvoorbeeld de hooggeleerde Meinder
Fennema, of de VVD-prominent Robin
van Linschoten. Maar ook het college van B&W van Roermond, met toen nog
Van Rey in de gelederen had last van leesblindheid. Zij schreven juichend: “Er
is geen sprake van feitelijke belangenverstrengeling tussen wethouder J. van
Rey en projectontwikkelaar P. van Pol. De bewering (…) dat wethouder Van Rey
zich (…) schuldig heeft gemaakt aan regelrechte belangenverstrengeling met
projectontwikkelaar Van Pol is niet gestoeld op feiten, zo valt op te maken uit
het onderzoek.” Het Openbaar Ministerie
liet het er echter niet bij zitten en deed huiszoeking bij Van Rey. Van Rey zelve
voelde zich de onschuld zelve en vond dat hij door het OM inhumaan was behandeld.
Nu wordt Van Rey eindelijk voor de rechter gedaagd en de krant schreeuwt dat de
corruptiezaak nog groter lijkt. Hoezo groter? Na het verschijnen van het
rapport van Sorgdrager/Frissen had Van Rey zich direct uit het openbare leven
moeten terugtrekken. Nu heeft hij de lokale politiek in Limburg besmet met het
virus van corruptie en maffiapraktijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten